Heading up north!

6 april 2019 - Auckland, Nieuw-Zeeland

Speciaal voor M. Klomp aka Eugene: we zijn op het noordereiland. In windy Wellington worden we bijna weggeblazen en ook onze camper snakt naar frisse lucht. Die krijgt ie niet want na op een paar kraters van een vulkaan te hebben geklommen gaan we door naar Roturua: door vulkanische activiteit onder de grond komt er echt een dampende rotte ei-lucht naar boven. Als laatste door naar Auckland, camper ingeleverd en lekker in een hostel geslapen. Nu op naar Sydney! 

-----------------------------------

Vanuit Picton vertrok de ferry naar het Noordereiland. Ik dacht: we gaan lekker vroeg en pakken die van 08.00u, sharp. Dat betekent wel ff een uur daarvoor inchecken en dus ging het wekkertje weer eens om 06.00u. Op die manier voelen we weer even hoe het is om te werken, hahah, just kidding. 
Anyway: de overtocht duurde zo’n 3u. Het is niet ver hoor, die boot gaat gewoon verrekes traag. Campert erop en hop: op naar Wellington. Het was prachtig weer en we voeren door de noordelijke eilanden van het Zuidereiland. Prachtig! 

In de Lonely Planet (LP) had ik gelezen dat Wellington vooral bekend stond om z’n vele regen en wind. Nou heb ik niet de ambitie om weervrouw te worden en het dus iedere keer over het weer te hebben en zeker niet lopen zeiken dat het vaak slecht weer is (tante Ellen, ik maak alleen foto’s als het mooi weer is, vandaar), maar nondeknetters de camper vloog bijna van de boot in Wellington door windkracht 12. Het stormde. Ideaal om te camperen. We reden naar een freecamp spot in de haven van Kilbirnie. Aangezien het hard regende eerst even een powernap (kan gewoon). Vervolgens met de stadsbus richting downtown. De stad staat bekend om z’n koffiecultuur en als 2 wannabe-barista’s konden we ons geluk niet op. De beste koffietent werd uitgezocht en gevonden: Havana Coffee Works. Een zaak die z’n eigen koffiebranderij heeft waar je doorheen kan lopen neuzen, een Cubaanse (joh!) uitstraling en op de wc hangt de wc-rol in een rijtje verschillende korrelgrootte schuurpapier (idee voor thuis!). En eerlijk: al lang niet meer zulke lekkere koffie gedronken! 
Die nacht bleven we in de haven camperen op de parkeerplaats en de wind trok aan. Zo hard dat de boten serieuze kapseisbewegingen begonnen te vertonen en de lijnen gierden. En onze campert had het zwaar, zonder te rijden. Hij schudde zo hard dat we ‘s nachts ff de handrem hebben aangetrokken, voor de zekerheid. De volgende dag weer met de bus de stad in en met de ‘Red Cable Car’ de berg op. Het uitzicht vanaf boven was top! Lekker struinen door de botanische tuinen en de jaloersmakende villa’s. En toen kwam er een bak hemelwater naar beneden, het hield niet meer op. Dan maar naar ‘Little Beer Quarter’. Die naam heeft niet meer uitleg nodig denk ik. We hebben ons prima vermaakt. Later hoorden we van locals dat het een staartje van de ergste storm in de afgelopen 20 jaar was, waardoor dus ook de brug in Franz Josef Village instortte. 

De volgende dag zijn we compleet klam en met een busje vol schimmelgeur naar de droge westkust gereden. De zon scheen, een grote spuitbus ‘Dettol’ was gekocht en het was tijd om alles te drogen, te luchten, te desinfecteren en te wassen. Thijs ontpopte zich als een ware Henny (Huisman) en zo konden we de volgende dag met frisse kleren en een frisse campert verder richting Tongariro NP; vulkanisch gebied. 

Het is echt bizar om te ervaren dat het landschap zo kan veranderen dat je ineens het idee hebt op de maan te lopen (niet dat ik daar ook geweest ben, maar bij wijze van...). We sliepen op een campsite in Whakapapa Village (spreek uit als fa-ka-pa-pa villètsj). Even een kleine wandeling na een waterval om ons daarna direct te trakteren op een koud biertje. Je moet immers lief zijn voor jezelf. Ik had in m’n hoofd om de volgende dag de Alpine Crossing te lopen. Een dagtocht van 8u/20km. Ik was ook voor het gemak m’n ervaring richting de Franz Josef gletsjer maar ff vergeten. Ik had al een paar waarschuwingen gelezen in de LP om deze tocht echt serieus te nemen. Het is een ALPINE Crossing. Lees: goede wandelschoenen (niet aanwezig), waterdichte broek (ook niet) en wandelgear zoals stokken (ook al niet) en fitheid (laat ik me niet over uit...). Na kort beraad met Thijs besloten om er vanaf te zien en te gaan voor een dagtocht van 17km naar de achterkant van de vulkaan waar 2 kraters ontstaan zijn met daarin meren. Het leek een wandelpad waar Nike Air Maxjes het prima op doen en we zonder wandelstokken overeind zouden blijven. Tenminste….tot de laatste 2 km, tot 1800m hoogte, de bovenrand van de 2e krater. Nu waren we zover gekomen en wilden we ons niet laten stoppen door het gebrek aan goede schoenen en een paar stokken. De klim was steil, zonder reling en het was hoog as f***. Op de top een bammetje erin en moed verzameld voor de afdaling. Glijdend op sommige plekken en ik zag de minachting in de blikken van de pro’s met goede schoenen en stokken. Maar hej: we hebben het gefixt en het was vet!

En weer doorrrr: Roturua was de volgende dag aan de beurt nadat we snachts weer gezellig met alle smalle beurs reizigers op een parkeerplaats hebben geslapen. In dat deel van het Noordereiland is de invloed van vulkanische activiteit onder de grond heel goed zichtbaar: overal dampen er hoge witte wolken uit heuvelgebied en weilanden, met name heet water en hete stoom komen uit de grond omhoog. Ik had me redelijk ingelezen en toen ik Thijs de uitleg gaf over die witte rook ging ie nog even met mij de discussie aan: “nee man, niet zo lopen lullen, das gewoon stadsverwarming”. Maar eenmaal in Roturua aangekomen moest ie me toch gelijk geven. De lucht van rotte eieren kwam ons tegemoet (onze camper was er niks bij). Baden van zwavelzuur en andere zuren/metalen/gassen en oliën. De lucht was vreselijk maar het natuurplaatje echt prachtig. Surrealistisch. 

Inmiddels van meerdere locals begrepen dat Coromandel (schiereiland) echt de place-to-be is van het Noordereiland. Aangezien we beiden zulke lekker volgzame types zijn, hebben we direct maar koers gezet. We slapen aan de kust in Whangamata waar we Dan en Melissa ontmoeten. Een stel uit Wanaka die voor een autoshow een weekend naar het noorden zijn afgereisd. Hij een rasechte kiwi, zij een Canadese met veel liefde voor kiwi’s en dus in NZ blijven plakken. Toen Dan doorkreeg dat we uit Nederland kwamen kwam ie meteen maar ff z’n joint delen. Mwoah, no thnx mate. Maar hij had ook nog veel bier en Jim Beam wat op moest want de volgende dag vlogen ze terug. Uit hun camper kwam nog een jochie van 2 gelopen en even later een meisje van  3 maanden oud (die liep niet, maar dat ter zijde). We hebben samen alles opgekregen, lekker gewerkt dus. 

De volgende ochtend: regen. Bakken. We besloten om naar de ‘lost springs’ in Whitianga te gaan. Een buitenzwembad (nat werden we toch al) met een prima temperatuur. De hele dag liggen weken. Vervolgens daar 2 nachten direct aan het strand gekampeerd. Toen het de volgende dag stopte met regenen en we weer verder konden kijken dan 3 mtr, bleken we in een bejaardenenclave belandt! Er liepen alleen maar mensen van euh -leeftijd is altijd gevaarlijk- laten we stellen: grijze mensen, met wandelstokken en kleine keffers aan een hondenriem. Er hingen zelfs waarschuwingsborden langs de kant van de weg voor overstekende ‘aged people’. Wij trokken de gemiddelde leeftijd een paar generaties omlaag. De dag ervoor waren we in een levendig surfstadje en hebben even overwogen om terug te rijden. Maar we hadden nu een keer zon, zee en strand en ja ach: een bejaardenenclave in een slaapstad. De zon was heerlijk en de stranddag top. 

En weer door: gas erop naar Auckland! Onze eindbestemming van deze trip door NZ. Eerst nog door de Coromandel Peninsula geslingerd met onze campert. Nog een paar laatste keren vol gas berg op (35km/u). Heerlijk om Thijs zo uit z’n ritme te halen met zo’n traag ding. De heuvel, de route en de vergezichten waren top!
En Auckland blijkt een metropool! Een flinke stad met 1,6 miljoen inwoners. Vooral als je bedenkt dat dit 1/3 van de totale bevolking is. Een gave skyline vol hoge wolkenkrabbers, skytower, haven en een paar vulkanische kraters. Meteen maar de wijk Ponsonby doorgestruind, een soort ‘de pijp’ van A’dam. Hippe designerwinkels en leuke coffeebars. Die nacht op zoek naar een campsite, viel nog niet mee. Bij de 1e poging kwamen we in het donker aan op een verlaten industrieterrein op een doodlopende weg. Alle ingrediënten waren aanwezig voor een nieuwe thriller van Karin Slaughter dus snel rechtsomkeert. Daarna kwamen we (ondanks dat we in Auckland waren, best knap dus wat er nu volgt) uit in the middle of nowhere. Er was niks anders dan weilanden met een paar bomen zover als je keek. En een grote poort met een oude telefoon die je naar ‘Camphost Kevin’ zou brengen, maar die mocht maar gebruikt worden tot 5pm. En het was 8pm. Hmmm. 1e poort open en gas. 2e poort een slot. Maar wel mogelijkheid om erlangs te lopen en na 200 mtr door het aardedonker vinden we zowaar een paar campervans met mensen! Blijkt dat je online moet boeken (maar we hebben geen internet, wel zo rustig, niet altijd handig). Deze lieve mensen geven ons de code van de poort zodat we met de campert het weiland op kunnen. En wie vinden we daar? Camphost aka campLORD Kevin! Even $30 aftikken en we mogen staan. En toen kwam het. Ik rook het al vanaf een afstand. Dit is geen gewone wc. Dit is de welbekende beerput. Klepje open, beerput open. En Thijs moest er dan toch echt aan geloven: voor het eerst op de beerput. “Dat ik dit ooit nog moest meemaken” waren z’n woorden naderhand. 

Tja, dit is noemen ze nou WANDERLUST......

De volgende dag om 6.10u gewekt door een unit van een haan bij onze camper! Wat een lul. Die ochtend alle spullen ingepakt, camper uitgemest, andere campeerders blij gemaakt met nog wat erwten, aluminiumfolie en afwasmiddel. Campert ingeleverd (we gaan ‘m missen) en met een Uber naar ons hostel. Thijs slaapt gewoon met 3 vrouwen op de kamer èn bovenin het stapelbed. Hij is in z’n nopjes. De Uber brengt ons al vroeg naar t vliegveld en stappen we op de plane richting Sydney! Lau en Hilke: here we come! 

X-X
Thijs en Det 

PS:
Het indrukwekkendst van deze NZ trip? De route richting Milford Sound. En onze sperm whale in Kaikoura. 
Het koudst? Alweer Milford Sound.
Vetste hike? Roberts Point Track bij de Franx Josef gletsjer.
Het meest relaxed? Surfersdorp Whangamata in de Coromandel Peninsula (noordereiland)
Meeste gedraaide nummer? “Traveller” van Sarazar en “De manier waarop jij danst” van Kraantje Pappie ;) 
Hoevaak getankt? in 27 dagen 26x. 
Hoeveel km gereden? Ong 4800km. 
Lekkerste koffie? Havana Works Coffee in Wellington.
Vetste campsite? Franz Josef Village. 
Gaafste stad? Auckland. 
Mooiste strand? Abel Tasman NP, welke dan ook.

Foto’s

4 Reacties

  1. Ellen Geven:
    6 april 2019
    Dank je wel voor de update! Zullen jullie ooit nog wennen in ons polderland?
  2. Leni Kat:
    7 april 2019
    Het was weer een leuk verhaal! Ik kan me de doorleefde Camperlucht na zoveel regen prima voorstellen !
    Gr leni
  3. Twan Madou:
    11 april 2019
    Ha Thijs en Det, ja man nieuw Zeeland is het gaafste land ooit waar wij geweest zijn en als wij geen kinderen hadden dan denk ik dat we daar nu gewoond hadden. Man we hadden gewoon heimwee toen we weer terug in Nederland waren.

    Als jullie in Melbourne zijn mag je niet de langste bar van de wereld missen die is in het centrum langs de Yarra River. En ik weet niet waar jullie naar toe rijden maar als je aan de zuidkant gaat neem dan de Great Ocean Road de mooiste weg van de wereld echt top man !!
  4. Christa:
    19 april 2019
    Ik moet echt even bekennen dat ik vergeten was dat jullie op vakantie waren. 😱😱
    Hoezo alleen met eigen wereldje bezig.
    (Tent in aantocht dus dan wejt wel)
    Heerlijk om te lezen van (Jezus dat dat nog bestaat in 2019) n beerput.
    Viel Spass in Oostreliaaaaa