Down South: Sydney to Melbourne

28 april 2019 - Phillip Island, Australië

Speciaal voor M. Klomp aka Eugene: volgens mij lees je ook deze kleine rubriek niet, dus ik we slaan ‘m dit keer even over. 

Vanuit Sydney zetten we koers richting de Blue Mountains en het zoeken van een camping gaat direct iets minder soepel dan in NZ. Deze campert (die toch echt minder cool is dan de Calimero in NZ, maar dat terzijde), heeft een koelkastje op 230V, wel met accu, maar volgens de verhuurster is doet-ie max 2 dgn zonder power. Op het moment dat we ‘m ophaalden was de accu leeg en de koelkast warm. Dat kan natuurlijk niet, want ‘bepaalde dranken’ horen toch echt koud. Dussss...op zoek naar een camping. Bij de 1e was de office gesloten, de 2e zat ‘vol’ (vrij dubieus met veul lege plekken laat op de avond) en bij de 3e mocht je er na 19u niet meer op want dan werden de kinderen wakker. Huh?!! 
Maar de 4e had plek. Gelukkig, want het was al donker en de biertjes werden warm. We stonden onder een grote boom vol kaketoes zo bleek de volgende ochtend om 5.45u. Wat een herrie maken die beesten. Ze klinken als lelijke raven maar doordat ze wit zijn met een gele kuif is het toch gaaf. We waren dus nog steeds onderweg naar de Blue Mountains (met inmiddels goede koeling in de campert). 

De B.M. danken hun naam aan de blauwe gloed die alle eucalyptusbomen in de canyon produceren door de olie-achtige stof die ze afscheiden. Tot zover de biologieles. Met vrij veel fantasie zie je de blauwe gloed ook nog. Eerst richting ‘echo point’ met echt een vet uitzicht over heel de canyon, vooral door de schaduw van de wolken op het bomendek. Ook de ‘3 gezusters’ (3 stapels stenen) afgevinkt. Het verhaal gaat dat ze in steen zijn verandert vroegâh, zodat jongens niet verliefd op ze zouden worden. Degene verantwoordelijk voor de betovering stierf en was vergeten de 3 gezusters weer terug te toveren. Foutje bedankt. En uiteindelijk naar ‘Lincoln’s rock’ die op geen enkele kaart beschreven staat maar ik wist zeker dat ik er 3 jaar geleden ook was geweest. De meneer van het visitor center wist al snel wat ik bedoelde en wees ons de weg. Het is een rots met een plotselinge afgrond zonder omheining, geen aanradertje dus bij harde wind (en het waaide als een malle), kids en ander loslopend wild. In mijn beleving was de rots echt mega, in het echt viel dat tegen. Story of my life. Dezelfde foto genomen daar als 3 jaar terug, maar nu met Thijssie erbij. 

We volgen de Princess Hiway langs de kust en waar we kunnen gaan we van de snelweg af en nemen de toeristische route. Jervis Bay is de next stop. Adembenemend mooi met de felblauwe zee en witte stranden. Perfect om te surfen, zwemmen en zonnen....als het lekker warm zou zijn. In het stadje Huskisson halen we de gemiddelde leeftijd weer eens omlaag tussen alle grijze permanentjes en poedels. We delen die nacht de campground met een enorme kolonie skippies! Ze hoppen tussen de campers door, komen aardappels en chips bedelen en eten uit je hand. Echt op en top Australie dit! De possum’s (soort van buidelratten) zijn ook aanwezig, maar zijn een tikkie agressiever. Toen ik ff naar de wc was kwamen ze gezellig bij Thijs in de campert, hahah. Echt niet chill, vond-ie.  De volgende nacht sliepen we aan het strand in Booderee NP bij Jervis Bay. Daar hingen vleermuizen in de bomen zo groot als chiwawa’s en die lucht....dan valt onze camper alles mee. We gingen nog even op ‘avontuur’ door een eigen pad te maken door hoog gras, maar ik bedacht me dat dat gezien de slangen en spinnen hier toch niet zo’n strak plan was. En toen we vervolgens onze weg vervolgden over de gebaande paden, struikelde ik bijna over een f*cking slang! Of hij kopte bijna mijn schoen. Bleek een diamond python, niet giftig wel eng. 

In Ben Boyd NP maken we een klein inschattingsfoutje. Iets met 2WD van onze campert en een 4WD advies voor de onverharde weg. Ik dacht das maar een klein stukkie op het kaartje: moet lukken. En Thijs is overal voor in dus die was sowieso voor. Maar al gauw kletterden de kopjes vanuit het keukentje naar beneden, schoot de besteklade los en klonk het alsof de campert ieder moment uit elkaar kon vallen. En dat zo’n 50 lange kilometertjes..... Onderweg schepten we nog ergens een steen op die tussen de remschijf bleef haken en een geluid produceerde waar je bang van werd. Je hoorde ons van kilometers afstand aankomen. Verschillende draaimanoeuvres hadden geen effect maar een diepe kuil en opnieuw een flink staaltje overschatting van de camperkwaliteit deed als geluk bij een ongeluk wonderen. We waren nog nooit zo blij weer een asfaltweg te zien. 

Op weg naar Pambula Beach, waar de kangaroos tijdens de avondstond over het strand jumpen, zien we door de meest luxe Landcruisers met een soort van uitklapbare off-road caravans de wegen en campings dichtslibben. Tot nu toe waren de campsites nogal uitgestorven en soms een beetje boring, maar dit was toch wel iets te veel van het goeie. Met grote barbey’s (bbq’s), tv’s en veel geluid gaan de Aussie’s en masse kamperen. Ze zijn de overtreffende trap van onze oosterburen. En d’r was nog maar weinig plek over voor deze 2 naïevelingen en hun mini-camper die alles op de bonnefooi deden. En de prijzen verdrievoudigden. Met veel mazzel konden we ons in een hoekje aan het strand proppen voor een te hoge prijs, maar moest wel want de biertjes werden weer lauw. De plek was top en de skippies weer volop aanwezig. Pambula en Merimbula staan bekend om hun oesters, dus dat werd tijd voor mij om m’n eerste oesters ooit te slurpen. Dus op naar een oesterkwekerij met een oesterbar. Lekker Pinot Gri’tje erbij. Lekker low-budget reizen zo joh! Ze waren btw echt heerlijk. 

Door de vakantiedrukte aka Easterbreak deden we ons best vooral op freecamps te staan, wat over het algemeen niets meer is dan een rustplaats aan de snelweg met een beerputje. Maar soms komen we pareltjes tegen die niet direct langs de snelweg liggen, maar bijv in een soort van weiland of aan een meer en mèt doorspoelwc. Wij dachten dat onze koelkast best 4 dgn zonder stroom zou kunnen. Wij hadden ergens een gratis douche weten te scoren en konden dus weer ff vooruit, maar dacht de campert dus anders over. Doei rauw vlees en hallo (again) lauw bier. 

Vanuit Lakes Entrance pakken we de ferry naar Raymond Island waar de grootste koala kolonie van Australie leeft. Zoals blije kiddo’s op zoek gaan naar paaseieren, zo gingen wij op speurtocht naar Koala’s. Moeilijk te vinden nog wel, maar de moeite waard. Vervolgens nog even chillen met onze billen op ‘90 mile beach’. De naam doet het al vermoeden: 90 mile/150km strand, aan 1 stuk! Ook Crocodile Dundee was er destijds al trots op, met recht want zover je kijkt: goudkleurig zacht zand, er komt geen eind aan!
Vanaf Lakes Entrance waren er nauwelijks freecamps meer te vinden. Het is een toeristisch gebied, dus wel slim van die Aussies, maar toch ruk voor ons en zeker met de Easter Break. We bezoeken Prom NP wat echt prachtig is! Heuvelachtig gebied met verborgen mooie stranden. En een vette campsite. Maar we kwamen van een koude kermis thuis: alles vol, see ya later. 

Na 3 campings afgebeld te hebben op Phillip Island (we werden praktisch uitgelachen), had de 4e camping wel plek. En ik ging me afvragen waarom, haha. Hoppa, samen met 365.873 Aussie’s lekker in de file naar Phillip Island. We namen ff gas terug en bleven 3 nachten plakken op het eiland, want het was er gewoon prima vertoeven. Iedere avond komen hier de kleinste pinguinsoort vanuit zee buikschuivend aan land. Ik zag me al helemaal zitten in m’n campert aan het strand, kleppie open, voetjes eruit en de pinguïns die voorbij komen sjokken. Maar helaas werden we al snel uit deze droom geholpen. We moesten gewoon entree betalen en de grootste anti-climax was toch wel dat we op een tribune plaats moesten nemen dus een shitload aan Aziaten en huilerige kiddo’s. Ik voelde me net zoals toen ik een aantal jaar terug per ongeluk kaarten voor de kindershow van Freek Vonk had gekocht ipv voor een DWDD college zoals ik in m’n hoofd had en er daar ter plekke pas achterkwam. (Loooooserrr!). Maar de pinguïns waren echt en ze kwamen ook echt uit zee, al kon je dat niet helemaal zien want het was donker. Maar als je de show er omheen ff wegdenkt dan is het een toffe ervaring, vooral omdat we werden getrakteerd op een enorm grote volle maan! Misschien nog wel indrukwekkender dan de march of the pinguïns. Op 2e Paasdag nemen we deel aan de ‘uittocht’ vanuit Phillip Island. Aan onze timing moet nog steeds gewerkt worden, want blijkbaar hadden we samen met alle Aussies besloten om te verkassen. File. 

Eenmaal aangekomen in Mornington Peninsula racen we maar meteen door naar de Red Hills aka de wijnstreek van Australie. Via de LP een goede wijnboer met bar uitgezocht en een wijntasting achterover gegooid. Nouja, wel met beleid want er zaten een paar goeie druifjes tussen. Die avond strijken we neer op een tokkie-camping. We zitten midden tussen de echte permanente caravanbewoners en die nacht wordt er dan ook ff lekker geschreeuwd naar elkaar, met bierflessen gegooid en goed gescholden. Fijn, helemaal op ons gemak hiero. 

Next: Melbourne. Street art en jawel...koffie! 

XO
Thijs & Det

Foto’s

6 Reacties

  1. Ellen Geven:
    28 april 2019
    Wat een prachtige foto’s!! Zo leuk om eerst je verhaal te lezen en daarna de foto’s bij jullie woorden te plaatsen. Wat een leven!! Next time....Melbourne
  2. Karine raterink:
    28 april 2019
    prachtig verhaal en idem foto s.geniet ervan samen.groet van pap en mam.
  3. Marjet:
    28 april 2019
    WAUW!! wat een mega vette foto’s! Op en top aussie ervaring lees ik wel 😁😜 kus van immie en me xxxx
  4. Ella:
    30 april 2019
    Wat een geweldige foto's zeg, laat het verhaal helemaal tot de verbeelding spreken, prachtig, prachtig! De natuur is zo mooi!
  5. Christa:
    2 mei 2019
    Als jij mijn aardrijkskundeboek had geschreven, had ik vroeger vast beter opgelet. Hilarisch dat verhaal over die stenen.
    En je anticlimax over tribunes en overvolle campings maakt het reizen en het lezen erover alleen maar leuker.
    Alleen die lauwe drankjes, nee dat kan echt niet. De vakantie ervoor afbreken gaat misschien te ver?
  6. William:
    2 mei 2019
    Prachtige plek😍.
    The three sisters zijn zeker bijzonder maar geef mij mun two wieters maar, kun je tenminste mee auwehoeren😂.
    Nu lekker de dessert in daarow. have fun.
    Lekker biertje doen in de meest afgelegen kroeg ter wereld; daily waters pub.